Ik rol met mijn koffertje over de keien en blijf even stil staan. Als een oude vriend omhelst Parijs me. ‘Daar ben je weer.’ Ja, daar ben ik weer.
Dit keer ben ik er niet alleen, maar met een groepje van drie vrienden. De twee sportiefste gaan de marathon van Parijs lopen. En door die kwalificatie kun je mij meteen wegstrepen. Samen met B. ga ik aanmoedigen. Dat kunnen we namelijk heel goed.
We logeren tegenover Gare du Nord. Kan nooit wat zijn, dacht ik. Een hotel vlakbij een station in een grote stad? Ha. Da’s vragen om problemen. Ik zag mezelf alweggestopt in een smoezelig hokje, medelijdend aangestaard door mijn reisgenoten. Maar wat blijkt, het Mercure hotel is bijzonder vriendelijk voor eenlingen. Dat ik de enige ben met een bad op de kamer zorgt zelfs voor jaloerse blikken. En als ik de Sacre Coeur zie terwijl ik de grote ramen open doe, begin ik te spinnen als een tevreden kat. Got me a room with a view.
Want zeg nou eerlijk: als dit je uitzicht is, zónder te zoomen… dan ben je toch een gelukkige hotelbewoner?
Er lag een geheimzinnig envelopje tegen mijn kussen. ‘Message personel’, stond erop. Genoeg om mijn fantasie overuren te laten draaien. Maar ik werd gewoon braaf welkom geheten in het hotel. En als ik wat op te merken had, kon ik het op bijgevoegd formuliertje schrijven. Hmm… Verwachtingsmanagement, mensen.