In een wereld waarin alles kan, alles maakbaar en haalbaar is, triomfeert het monster van perfectie. Hij knalt zijn gesel van uiterlijke volmaaktheid zonder medelijden over ons heen. En wij, arme zielen, rennen en struikelen vooruit, angstig als we zijn voor zijn vernietigende oordeel.
We moeten witte tanden, leuke banen, glanzende haren, strakke buiken, verre vakanties, faire kleding, rechte neuzen, briljante ideeën, hippe huizen, gladde huiden, grootse liefdes en gevulde lippen. We proppen ons leven in een voorgebakken mal, waarin eigenlijk niks past maar we duwen en kneden net zolang dat we er gebutst, gebroken en vermoeid in vallen. #ilovemylife, zeggen we dan opgelucht.
Het monster van perfectie eist volledige toewijding. Dus rennen we, voort en voort, door en verder. We wijzen het monster gretig op de rafels van anderen, zodat zijn oog ons niet ziet. We omarmen gedwee het gevoel dat het nooit goed genoeg is. We schreeuwen #nopainnogain en #justdoit om onze eigen stem niet te horen.
In een wereld waarin geen echte zorgen heersen, moeten we op elkaar lijken om te overleven. Perfectie tolereert immers geen eigenheid, geen kreukels, geen striae, geen nuances en geen onzekerheid. Het roept op tot gehoorzaamheid en noemt dat doorzettingsvermogen. Het verlangt onderdanigheid en noemt dat karakter.
Pas als we het monster aan durven te kijken, zien we zijn misleiding. Perfectie? Dat is niets anders dan een zelfgecreëerd rookgordijn. Een rookgordijn om de overweldigende angst te verhullen er niet bij te horen. In een wereld die steeds kleiner wordt, waarin we alles weten van iedereen en iedereen op elkaar lijkt, is anders zijn een rebelse daad die met argwaan bekeken wordt.
Anders zijn, in welke vorm dan ook, moet je altijd verklaren, uitleggen, verdedigen of verontschuldigen.
Laten we maar eens beginnen om daarmee te stoppen.