Ik ben geen held. Tot die ontdekking kwam ik al lang geleden, toen ik trillend voor de deur van de tandarts stond en door de assistente voorzichtig naar binnen gepraat moest worden. En een bezoek aan de poli om te kijken of ik galstenen had, draaide uit op een hilarische vlucht via de brandtrap met de gel nog op mijn buik.
Ha! Geen polonaise aan mijn lijf.
Kilo’s daarentegen…
Sinds mijn vijftiende heb ik gelijnd. Mijn puppy vet bleef wat langer om mijn heupen zitten dan bij mijn klasgenoten, dus actie leek mij gerechtvaardigd.
Bestonden er maar tijdmachines. Dan zou ik direct terug zappen naar mijn onzekere puberzelf en zeggen dat zij helemaal perfect is. Dat het ene dieet gewoon het andere dieet opvolgt en dat ze uiteindelijk tientallen kilo’s te zwaar zal zijn in plaats van die paar lullige pondjes te veel.
Ondertussen zit ik in het stadium dat níet diëten geen optie meer is. Want mijn lijf is net het universum. Tegen al mijn verwachtingen in, dijt het vrolijk uit, juichend: to boldly go where no body has gone before.
Ik google maagband.
Ik google maagband complicaties.
Laat maar.
Ik ben geen held. Toch stond ik vorige week op de stoep bij de huisarts. Want genoeg is genoeg. Ik ben verdorie net veertig en kom van de bank af alsof ik tachtig ben. Ik wil weten hoe ik ervoor sta.
Met mijn overgewicht heb ik vast suiker, een te hoog cholesterol, een te hoge bloeddruk, is mijn schildklier van de leg, zijn mijn hormonen uit balans en hebben mijn nieren en lever permanent snipperdagen opgenomen.
Als ik de media mag geloven tenminste.
De huisarts knikt begripvol, terwijl ze driftig vakjes aankruist op een formulier. Ze haalt de bloeddrukmeter tevoorschijn.
Fft. Fft. Fft. Fft.
Fffffff…..
Mijn bloeddruk blijkt iets te hoog. Niet verontrustend, haast ze zich te zeggen met een blik op mijn ontdane gezicht. En het zit in mijn familie, dus het kan ook erfelijk zijn.
Ik besluit direct door te fietsen naar de bloedpoli, gebruikmakend van dit tijdelijke gevoel van vastberadenheid. Twee dagen later bel ik de huisarts voor de uitslag.
Ik heb geen suiker. Mijn cholesterol is prima. Mijn lever doet wat ‘ie moet doen, net als mijn nieren. Schildklier: check. Alles doet het nog.
Mijn opluchting wordt gevolgd door een pijnlijk besef. Dit betekent niet dat ik niks hoef te doen. Dit betekent juist dat ik iets moet doen. Geen crashdieet of moordend sportregime, maar een luisterend oor bieden aan mijn lijf.
Ik ben geen held. Maar ik moet er een worden als ik mijzelf wil overwinnen.
Heel veel succes! Klinkt alsof je knop écht om is… En dat is wat nodig is: de knop om, zodat de kop ook omgaat!