Brandend zand

We staren naar de opgang in de verte. Er wappert een oranje vlag, nog net zichtbaar. ‘Volgens mij is het ongeveer vijf kilometer’, zeg ik peinzend. ‘Dus als we daar heen lopen en weer terug, hebben we tien kilometer gewandeld’, somt Wandelgenoot bedenkelijk op. Ik kreun dramatisch. ‘Kom op, we gaan’, zegt hij kordaat en trekt me achter zich aan.

Ik heb een ongezonde hekel aan gezond bewegen. Dat heeft niet zo zeer met luiheid te maken, wel met het credo dat bewegen moét. Misschien kan ik beter zeggen dat ik een gezonde hekel aan moeten heb. Het idee om tien kilometer te wandelen over het strand, wordt dus in de regel niet met kirrend enthousiasme mijnerzijds ontvangen. Als het weer echter belooft mooi te zijn en mij een beloning (frietjes) in het vooruitzicht wordt gesteld, wil ik wel.

Schoorvoetend.

Wat niet echt opschiet.

Maar als mijn tred ineens gelijkloopt met de aanspoelende golven, de wind lekker door mijn haar briest en de zon mijn huid streelt, begin ik het leuk te vinden. Ondertussen klets en lach ik met Wandelgenoot. ‘Volgens mij schuilt er diep in ons een sportief mensch’, filosofeert hij tijdens zijn versie van David Hasselhoff’s Baywatchloopje.

‘Hé, we zijn er al bijna’, zeg ik wijzend naar de oranje vlag. We ploegen hijgend door het mulle zand naar boven. Daar geven we elkaar een high-five, een fist-bump en hartmassage. Mensen op het terras kijken ons verbaasd aan. Dat deze wandeling een heuse overwinning is voor twee notoire niet-bewegenaars gaat aan ze voorbij. ‘It’s a small walk for man, but a bord frietjes voor Maris’, juich ik.

De terugweg wordt in hetzelfde stevige tempo aanvaard. ‘Ik voel me gewoon nu al slank en strak’, snoef ik. En terwijl de wind alle zorgen uit mijn hoofd wegblaast, besluit ik dat tien kilometer wandelen helemaal zo erg niet is. Als ik maar niet moét. En er friet is.

‘Frietjes jongens! Rennen!’

3 reacties op “Brandend zand

  1. Hahaha, een hartmassage. Hoe verzin je het.

    Leuk geschreven weer Maris. En ook hier, van harte gefeliciteerd.

  2. Moeten is sowieso stom. Ik sport lekker veel. Niet omdat het moet, maar omdat ik me dan gezonder voel, mezelf mooier vind, en vooral: omdat ik dan meer kaas kan eten en wijn kan drinken. Dus dat van die frietjes, dat vind ik helemaal logisch.

Reacties zijn gesloten.