Een jaar of twaalf geleden dronk ik met een Italiaanse vriend cappuccino bij Van Daele, vlakbij de Dam. Ik plaagde hem met Berlusconi. Hij roemde de Hollandse tolerantie en nuchterheid. ‘Jullie hebben tenminste normale en intelligente mensen in de regering zitten’, verzuchtte hij. ‘Wij zitten met een idioot opgescheept.’
Ik kon niet anders dan deze korte doch terechte analyse beamen en bestelde een tosti met ham, kaas en pindasaus om in te dippen. Ook deze culinaire schok zorgde voor een lyrische lofzang op de Nederlandse tegendraadsheid. ‘Warme pindakaas. Jullie zijn bizarro’. Hij keek vertederd.
Er kan een hoop gebeuren in twaalf jaar tijd. En ik vraag me af hoe het gesprek nú zou verlopen.
– ‘Zeg. Die brutto… hoe heet hij, Wilders, met dat rare haar? Is die serieus?’
– ‘Ja, ik ben bang van wel.’
– ‘Dus hij wil nu naast moslims ook Oost-Europeanen het land uit hebben?’
– ‘Ik denk dat hij iedereen het land uit wil hebben. Behalve zijn kapper.’
– ‘Maar waar is dat vriendelijke land gebleven van tosti met pindasaus?’
– ‘Overgenomen door Henk en Ingrid.’
– ‘Wie?’
Ik zou hem moeten uitleggen dat Henk en Ingrid staan voor een verontruste groep Nederlanders die met samengeknepen billen bang zijn voor alles en iedereen. Die hoofddoekjes maar eng vinden en denken dat iedere Pool hun baantje afpakt. Die eigenlijk geen idee hebben waar het over gaat, maar hun blonde akela zegt het, dus dan is het De Waarheid.
Henk en Ingrid wijzen naar de grote boze buitenwereld en zeggen: ‘het is hun schuld.’
Ik zou hem moeten uitleggen dat het verstand dit land verlaten heeft. Dat we zijn overgeleverd aan een minister-president die schaapachtig aan de zijkant staat, terwijl de Ruttevanger van Hamelen lachend voorbij dendert met een stoet onnozelen in zijn kielzog.
En dan bestel ik een tosti ham-kaas met pindasaus voor ons.
Kan er niks meer aan toevoegen. Wat jij zegt, dus.
En het erge is dat de meeste Henken en Ingrids op het platteland wonen, waar het doorgaans erg saai en allochtoonloos is. Hier in de Baarsjes leven alle nationaliteiten (en dat zijn er veel) (meestal) in grote vrede met elkaar.
Amen sistah!