Het is rond half negen ’s avonds en wij zitten met stokbrood en kaasjes op het terras. Aan het terras grenst de tuin. Na de tuin komt het bos. En in het bos zitten wilde zwijnen en herten.
Het is stil, je hoort enkel het ruisen van de wind door de bomen. Zachtjes praten we over van alles en nog wat. Een specht laat af en toe een roffel los op een boom. Je ruikt de regen in de lucht. De stadsvrouw in mij begint zich langzaam te ontspannen. Hier is niks, je hoeft niks, er is niks te doen, dus het enige wat je kunt doen is niks. Heerlijk.
Ik begrijp ineens waarom een aantal vrienden van mij bewust kiezen voor een leven buiten de randstad. De ruimte, de uitgestrektheid, wolken die voorbij razen, verstopte boerderijtjes en mysterieuze maisvelden. Nederland op z’n mooist. En Amsterdam lijkt ineens heel ver weg.
‘Sst…’, zeg hij. ‘Kijk eens naar links’, hij wijst richting de rand van de tuin. Ik zie een enorm beest tussen de struiken staan. Het dier steekt zijn snuit even in de lucht en snuffelt. We blijven doodstil zitten, ik vraag me af of hij ons ruikt. Dan loopt het om de struiken heen naar de plek waar we eten hebben gestrooid. Mijn mond valt open. Een wild zwijn is gróót.
Op de een of andere manier had ik een soort Babe in gedachten, maar dit is een angstaanjagend donker dier. Met een lange zwiepende staart en indrukwekkende kaken die de pruimpitten met gemak vermalen. ‘Jezus… die wil je niet tegenkomen tijdens een boswandeling’, fluister ik. Mijn gezelschap knikt instemmend.
Na een tijdje heeft het beest genoeg gegeten en hobbelt hij op z’n gemak richting het donkere bos. ‘Wauw…’, verzucht ik onder de indruk en niet in staat om iets intelligenters te zeggen.
Dan zie ik iets bewegen vanuit mijn ooghoek. Drie herten huppelen elegant naar de voederplek, het mannetje voorzien van een groot gewei en geflankeerd door twee vrouwtjes. Het is een majestueus schouwspel. Af en toe kijken ze op, als ze iets horen. Wij knijpen in elkaars arm. ‘Gaaaaf!’, playback ik.
’s Nachts luister ik in het huisje naar de geluiden van het bos. Morgen ben ik weer terug in de drukte van de stad, mijn schreeuwende buren, stinkende uitlaatgassen, toeristen, honderden mogelijkheden, keuzes en oh ja, het is Gay Pride.
De stadsvrouw in mij zucht. Amsterdam lijkt even heel dichtbij.
Zoekplaatje, maar je kunt ‘m zien. De vlaggetjes hangen er voor de herten: anders vreten ze de tuin kaal.
Zelden zulke elegante dieren gezien. En gedacht: waarom heb ik geen goede camera bij me op het moment dat ik er een nodig heb?
Wauw 🙂 Lijkt me fantastisch om die dieren zo dichtbij in het wild te zien. Ik ben ook groot fan van de Randstad en zou nergens anders meer willen wonen, maar soms is het buitenleven even heel fijn.
Mooie foto’s zeg en ik snap wat je bedoelt. Ik heb dat altijd met vakantie, dat ik dan daarna even helemaal geen zin meer heb in Amsterdam. De drukte en de herrie zijn soms om helemaal gek van te worden. Zou het de leeftijd zijn? 😉
Wij wonen in de Randstad, maar aan de rand van een bos én de Oostvaardersplassen, genieten!
Voorheen woonden we midden in de stad (ja die stad die Almere heet). Met de flat (dus ook je balkon) aan de aanrijroute naar het centrum. Daar word je niet vrolijk van…
Komen we nu uit een drukke stad, Amsterdam is ook om de hoek, en stap je uit bij je huis dan ruik je het bos. En je ervaart de stilte. Zalig! En heb ik op zondag niets te doen, dan wandel ik de Oostvaardersplassen in om edelherten en wilde paarden te spotten.
Ik ben duidelijk geen stadsmens 😉
Als geboren Amsterdamse zeg ik altijd; De stad is voor de jongeren.En inderdaad.als je wat ouder word dan heb je het wel weer gezien
O.tjeetje ik hoop,dat ie me niet ontglipt is en al als comment staat. Msar goed dit is een Nieuwe Comment en ik heb wederom genoten van je verhaal.
Moepi