We lopen over het strand en zeggen niks. Als je met iemand over het strand kunt lopen zonder iets te zeggen en je hoeft niet paniekerig ‘gespreksonderwepen-in-het-geval-van-ongemakkelijke-stiltes’ op te diepen, dan is dat een goed teken. Ik laat de zeewind door mijn haar waaien en adem in. ‘Je moet je geluk waardig zijn, denk ik’, hoor ik ineens naast me.
In de auto, een half uur eerder, hadden we het over geluk en wat dat dan precies is. We waren het eens over chocola, de perfecte zonsondergang, gevonden geld, schoon beddengoed, een mooi boek, koffie (natuurlijk), een goed gesprek, fietsen over de Amsterdamse grachten, een weekend zonder afspraken, iets nieuws leren en sushi. Genot zit vooral in de kleinste verlangens.
Gelukwaardig.
Ik vind het een mooi woord.
Het past bij deze eerste zondagmiddag van het jaar. Het past bij het geruis van de golven, het lege strand, de meeuwen die kirrend over ons hoofd vliegen en de warme chocolademelk met slagroom die we even later langzaam opdrinken. En het past bij iemand die graag nadenkt over de dingen voordat ze worden gezegd.