Ik zit bij de kapper om zeker honderd euro neer te tellen, zodat ik er uitzie alsof ik niet bij de kapper ben geweest. ‘Hoe oud ben je eigenlijk?’ Ik kijk hem aan in de spiegel terwijl hij geconcentreerd plukjes van mijn haar in de verf zet. ‘Ik ben net achttien geworden’, zegt hij mompelend.
In mijn hoofd roep ik heel hard ‘foei!’ tegen de Mrs. Robinson in mij die zich koerend om deze exotische jongeling heen had gekronkeld.
Met een kammetje trekt hij miniscule streepjes in mijn haar. Daarvoor moet hij dicht tegen me aan staan en ik voel zijn lijf tegen m’n arm drukken. Ik krijg het een beetje warm als ik me realiseer wàt ik precies voel.
Zijn zwarte ogen haken zich vast aan die van mij. ‘Bent u getrouwd?’, vraagt hij zo onschuldig dat ik glimlachend zeg: ‘Nee, ik ben niet getrouwd. En je mag wel je zeggen hoor. Anders voel ik me zo oud’, voeg ik eraan toe.
Hij lacht even en vertelt dat hij uit Afghanistan komt. Op zijn zesde is zijn hele familie naar Nederland gevlucht. ‘In Afghanistan is kapper trouwens echt een mannenberoep’, zegt hij.
Met zijn gestylde kuif, zwarte t-shirt met korte mouwen en überstrakke broek dacht ik in eerste instantie niet direct een stoeremannenmacho aan mijn lokken te hebben knutselen. Maar bij nader inzien heeft zijn voorkomen eerder iets James Deans-achtigs over zich. ‘Ik ben dus geen homo’, voegt hij er voor de duidelijkheid aan toe. Ik zeg lafjes dat ik dat ook he-le-maal niet had gedacht.
Hij kijkt even keurend naar mijn scalpel, waarop zich ondertussen een bonte verzameling aan folietjes en kleurtjes heeft verzameld. ‘Heb je kinderen?’, vraagt hij dan plotseling. ‘Nee’, zeg ik tegen hem. ‘Ik ben niet getrouwd. En ik heb ook geen kinderen.’
‘Ik wil later héél veel kinderen’, verzucht hij tegen mijn spiegelbeeld. ‘Maar dan moet ik wel een vrouw vinden die dat ook wil’, voegt hij er realistisch aan toe. ‘Dat komt vast wel goed’, zeg ik geruststellend.
We wisselen glimlachjes uit. ‘Je hebt hele mooie ogen, weet je dat?’ Ik zie mezelf langzaam veranderen in een tomaat. Mijn mond vormt een O waar een soort gehinnik uitkomt. Oh. My. God.
Onverstoorbaar gaat hij verder met een plukje haar selecteren, folietje, verfkwastje, folietje dichtvouwen, volgende plukje haar. ‘Zal ik je straks nog een lekkere hoofdmassage geven?’ In mijn hoofd rent Mrs. Robinson juichend rond, als een voetballer met haar duimen op haar rug wijzend.
Bij de wasbak leun ik spinnend achterover. ‘Lig je lekker?’, vraagt hij bezorgd. Ik knik. Kom maar door met die hoofdmassage jongeman.
Na een paar seconden heb ik het gevoel alsof mijn hoofd in een wasmachine zit. Het sop zit tot ver in mijn oren en hij kriebelt met zijn vingers zo hardhandig over mijn hoofdhuid, dat het lijkt alsof er een octopus met ADHD bezig is. Net als ik mijn arme hoofd uit de martelbak wil bevrijden, stopt hij abrupt. ‘Zo… was dat niet heerlijk?’, zegt hij, nog trots ook.
Mrs. Robinson druipt luid scheldend af.
Ik lach even naar hem. ‘Ja hoor, héérlijk’, zeg ik, nooit te beroerd om jong talent aan te moedigen. Ooit zal deze jongen heel veel kinderen maken bij een vrouw.
Laten we hopen dat ze een beetje stevig in elkaar zit.
whahahahahahahaha ik zie het helemaal voor me. Foei, Mrs Robinson!! 🙂
Ik wil de naam van die kapper 🙂 !!!
zie je wel, vrouwen hebben ook een dirty mind. Dank je voor die bevestiging haha 🙂
Hihihihihi, wat gênant op alle fronten, ben blij dat ik niet in jouw stoel zat, zou me geen houding weten te geven!