‘Hoe bevalt het nou, als freelancer?’ Deze vraag wordt mij de laatste tijd vaak gesteld. Het antwoord vergt een bak koffie en wat tijd. Ik ben ruim twintig jaar werknemer geweest. Ik heb altijd fulltime gewerkt en in die jaren duurde mijn langste vakantie drie weken.
Toen ik naar de middelbare school moest, kreeg ik Montessori-onderwijs als advies. ‘Dan kun je wat langer door blijven spelen’, zei de goedwillende meester. Na anderhalf jaar spelen, rekende mijn moeder uit dat ik op die manier tien jaar over mijn middelbare school zou doen en stuurde mij zonder pardon naar een scholengemeenschap met vaste roosters, onverwachte schriftelijke overhoringen en gevreesde te-laat-briefjes.
‘Dit is de hel, een gevangenis’, schreef ik dramatisch met grote letters in mijn puberdagboek. Ik haatte de beperkingen, de afspraken en de deadlines tot in het diepst van mijn ziel. Maar ik had ze nodig. Zonder een strenge leraar aan de eindstreep, bleek ik niet vooruit te branden.
Op mijn negenentwintigste besloot ik dat ik heus volwassen genoeg was om als freelancer aan de slag te gaan. Het Montessori-trauma moest nu maar eens voorgoed verwerkt zijn.
Het feest duurde vijf maanden. Ik hield er een belastingaanslag van jewelste aan over (het verschil tussen bruto en netto was mij niet helemaal duidelijk) en een flinke deuk in mijn zelfkennis.
De comfortabele veiligheid van loondienst hield mij de jaren erna ver weg van mijn zelfstandige droom. Ik had er gewoon niet genoeg zelfdiscipline voor, besloot ik. En toch, tegen beter weten in, bleef de vrijheid van het zelfstandig ondernemerschap lonken.
Nú snap ik eindelijk dat die vrijheid zijn voorwaarden heeft. Ik heb mijn boekhouding uitbesteed aan iemand die er verstand van heeft en deel mijn uurtarief in gedachten door de helft.
Mijn dag kan ik zelf indelen (hoera, hoezee!), maar ik heb mijzelf wel werktijden opgelegd en ik maak een planning. Mijn tijd is, letterlijk, kostbaar geworden. Ik ontdekte namelijk in de afgelopen maanden dat het succes vooral verborgen zit in de uren die je niet kunt factureren.
Dus ik kijk vooruit, spot kansen en klanten in een vroegtijdig stadium en probeer netwerken niet meer een vies woord te vinden, maar op mijn eigen manier zelfs leuk. Ashton Kutcher zei het onverwacht heel toepasselijk: ‘Opportunities look a lot like work.’
En daarom ben ik nu een strenge leraar voor mijzelf. Ik doe alleen niet aan te-laat-briefjes.