Inspiratie is voor amateurs

Als schrijven een uitlaatklep is, een behoefte, nee: een nóódzaak. Wat gebeurt er dan in je hoofd op ’t moment dat er geen woorden te vinden zijn? Juistem. Paniek.

Eerst wuifde ik het een beetje weg. Ach, ik heb zoveel geschreven op mijn oude weblog. Bijna elke dag een stukje. Zo gek is het niet dat de “bron” waaruit alle schrijvers diepen, ineens leeg is. Vult zich vanzelf wel weer.

Toch?

Na een paar weken begon ik me een beetje zorgen te maken. Ik had geen zinnen in mijn hoofd, geen woordgrapjes, geen valse opmerkingen, of leuke dialogen. Het was gewoon leeg.

Knock knock.
Nobody home.

Toen er vervolgens nog meer tijd overheen ging, realiseerde ik me dat ik ook geen zin meer had om te schrijven. Ja, ik maakte een start met een nieuwe site. Ik zei tegen mezelf: op Nieuwjaarsdag gaat de site online. Mooi moment. En vanaf dat moment ga ik weer lekker veel schrijven. Ha.

Een paar dagen voor 1 januari. Ik opende Word. Het scherm was leeg, op een knipperende cursor na. Zo voelde mijn hoofd ook wel een beetje eigenlijk.

Knipper. Knipper. Knipper.

Ik probeerde tegelijkertijd met de cursor te knipperen met mijn ogen. Daar werd ik duizelig van. Na tien minuten klapte ik m’n laptop dicht. Dit werd niks. Toegegeven: er ontstond lichte paniek. De verschillende persoonlijkheden in mijn hoofd hielden zelfs bezorgd een bijeenkomst. Chaos.

Stel dat ik nooit meer een leuk verhaal kan bedenken? Dat het gewoon op is, de inspiratie. Zou dat kunnen? Of moet ik eerst in een vreselijk ellendige situatie zitten, wil ik met mijn bekende zelfspot en cynisme kunnen schrijven? Gaat het te goed met me?

Ai.

Dát is de goden verzoeken. Dan maar proberen om een stukje te pennen. Gewoon, om er weer even in te komen. Niks geniaals, niks bijzonders, zelfs niet uitzonderlijk grappig. Maar het begin is er. Ik bijt de dop eraf met m’n tanden hoor. Auw.

Laat ’t nu maar weer stromen.

‘I always thought that inspiration is for amateurs. The rest of us show up and get to work.’