Het is wel heel gezond,

zegt ze. Ik kijk naar het wat verdrietige gebeuren op mijn bord en vrees het ergste. Mijn moeder heeft soms de neiging om nieuwe recepten uit te willen proberen. Dat klinkt relatief onschuldig, maar de ervaring leert dat ze zich het beste bij haar oude repertoire kan houden.

Het begint er meestal mee dat ze een gerecht uitkiest met ingrediënten die ze niet in huis heeft. Die schaft ze allemaal aan, waarbij ik deelgenoot word gemaakt van een reis waarbij Frodo en kornuiten verbleken. Op dat punt is het niet meer mogelijk om onder het experiment uit te komen.

– ‘Maar zijn zelfgemaakte wraps van kikkererwtenmeel en doperwten-avocadospread wel… eh, voldoende als avondmaaltijd?’, probeer ik nog halfslachtig.
– ‘Ja zeg, ik heb alles al in huis gehaald! Weet je wel hoe duur kikkererwtenmeel is?’
Einde discussie.

Vervolgens mag ik al het werk doen en drentelt mijn moeder om me heen met onnodig keukengerei. ‘Zeef het kikkererwtenmeel in een kom… Mam, heb je een zeef? Nee, een zeef. Je weet wel, zo’n ding met gaatjes.’ Er komt een hoop herrie vanuit de keukenkast.

Het recept klopt niet. ‘Ik weet niet hoor, maar moet die avocado echt ín het beslag?’, zeg ik aarzelend. Mijn moeder, ondertussen vastberaden om de exercitie tot een succesvol einde te brengen, kijkt me vinnig aan en tikt met haar nagel op het blaadje. ‘Het staat er toch?’

Het beslag plakt aan de pan en slaat grijsgroen uit. Ik toon haar wanhopig het resultaat. ‘Hm. Ja. Nee, dat ziet er inderdaad niet echt goed uit.’, zegt ze beteuterd. ‘Zal ik het nog eens opnieuw proberen, maar nu zonder de avocado?’, sus ik. Als ze niet kijkt, open ik op mijn telefoon de thuisbezorgd-app.

Dit keer lukt het beslag wel, maar ziet de doperwtenspread eruit als iets wat de hond net heeft uitgebraakt. Nu begint ook mijn moeder te twijfelen, maar vind ik het slagveld in de keuken reden genoeg om het nu verdorie af te maken ook. Bovendien voorzie ik een onweerstaanbaar koekje van eigen deeg.

We zitten tegenover elkaar en kijken naar de verlepte gele pannenkoek met daarin groenige drab waaruit een zielig stukje paprika steekt. Het smaakt naar oud karton met zurige melk.

‘Dit. Is. Ontzetttend…. Smerig’, capituleert mijn moeder eindelijk. Ik leg mijn bestek triomfantelijk neer. Haar gezicht als na vijf minuten de deurbel gaat en de bezorger met sushi voor de deur staat, is onbetaalbaar.

‘Ik denk dat ik de volgende keer maar weer eens draadjesvlees maak’, zegt ze smakkend. In het geval van koken is de comfortzone zo’n slecht idee nog niet.

gezond