Als ik ’s morgens naar mijn werk toe kuier, bestudeer ik graag de mij passerende fietsers. Ach ja, ieder zo z’n hobby. Het zijn er nogal wat die mij voorbij scheuren: mijn geliefde en gehaaste tringelaars. Wat maar aangeeft dat ik zelf in de categorie Langzame Fietsers val.
Maar dat terzijde.
Laten we een pijpje opsteken en op intelligente doch erudiete wijze bij het knapperende haardvuur de tweewielende homo sapiens eens bespreken.
De Rechte Rug Fietser valt direct op. Je hoort achter je een nijdig belletje, kunt nog net op tijd iets opzij sturen en tring tring!… daar gaat hij. Alsof ‘ie een stok heeft ingeslikt en Satan hem achter de broekspijpen mét klemmetje zit, jakkert hij venijnig over het fietspad. Het zadel iets te hoog, de armen strak, neus in de wind en de aktentas onder de binders. Of, in geval van de jongere uitgave, een stevige rugzak goed vastgesnoerd om het tengere lijf.
Met de Rechte Rug Fietser is het moeilijk grappen maken. Deze mannen (want ik ben nog nooit een vrouwelijke RRF tegengekomen) zijn serieus, hebben weinig tot geen zelfspot en een abominabel gevoel voor mode. Maar het zijn wel heren van stavast.
De Wielrenner hijst zich in z’n vrije tijd in een strak spandexpakje en fietst dan kleine kinderen omver. In tegenstelling tot de RRF hangt de Wielrenner ook op zijn gewone fiets voorover, met de billen koket iets van het zadel. Deze fieter kent geen genade. Als hij ’s morgens zijn vrouw uitzwaait, hoort ze nog net ‘Andiamo!’ en ziet een stofwolkje. Rode stoplichten bestaan niet voor de Wielrenner. Zijn natuurlijke vijand, de Langzame Fietser, moet het dan ook vaak op die plaatsen ontgelden. De Wielrenner beheerst het tingelen der fietsbel als geen ander en heeft een uitgebreid vocabulaire aan scheldwoorden paraat.
Laten we nu eens kijken naar de Langzame Fieter, ook wel de Relaxte Fietser genoemd. Deze mensen lijken alle tijd van de wereld te hebben. Kalmpjes stoppen ze keurig voor elk rood stoplicht. De Relaxte versie doet dat omdat hij geen zin heeft zich te haasten, de Langzame versie omdat hij dan even kan uitrusten. Deze fietser is vaak getooid met een koptelefoon of oordopjes, waaruit hun favoriete muziek klinkt. Of een voorleesboek. De LF zit ontspannen achterover en heeft de handen losjes om het stuur. Soms overdrijft een LF’er en hangt hij als een soort autocoureur op z’n zadel.
Een typisch vrouwelijke fietser is het Modepopje. Het Modepopje gebruikt het fietspad als catwalk. De haren stijldansen in de wind en ze heeft een zonnebril formaat Maja de Bij op haar bevallige neusje. Deze dames hebben vaak het figuur van een meisje van twaalf, geaccentueerd door een trenchcoat dat strak is aangesnoerd. De donkere panty en killerheels maken het plaatje af. De fiets is stevig, sportief en heeft meestal een bruin lederen zadel die te groot is voor de parmantige derrière van het Modepopje. Maar dat geeft niet, want daarvan ga je heupwiegend fietsen.
Een aparte categorie is de Bakfiets Moeder. Je komt ze voor negen uur tegen met een gevulde bakfiets, waarin het kroost prinsheerlijk ligt te snurken of gapend de oogjes toeknijpt in de zon. De Bakfiets Moeder zelf ziet er wat verward uit, met rode konen en nat haar. Vaak zingen ze kinderliedjes, alsof ze hun aankomende waanzin willen beteugelen door het obsessief chanten van Ik Zag Twee Beren een Broodje Smeren. Na negen uur kom je de Bakfiets Moeder tegen met een opgeluchte grijns op het gezicht. She made it. De kinderen zijn veilig weggebracht, de werkdag kan beginnen. Bakfiets Moeders zijn perfectionistisch en hebben goed ontwikkelde armspieren door het vakkundig manouvreren van hun vehikel.
Vanmorgen werd ik achtereenvolgens ingehaald door een Wielrenner, RRF en een Modepopje. Na een paar minuten stonden we gezamenlijk stil bij de Overtoom, de Wielrenner ongeduldig speurend naar een gaatje in de autostroom. Het Modepopje deed snel nog wat lipgloss op en de RRF drukte zenuwachtig zijn bril terug op z’n neus.
En ik, als Langzame Fietser, genoot van mijn medefietsgenoten. Want dat is het voordeel van een LF’er zijn. Die ziet nog eens wat.
Ooh,geweldig.Hoe verzin je dit. Ik heb me rot gelachen. Heerlijke humor.
moepi
Whoehaha, je staat bij deze bij mijn favorieten 😀
Zo grappig dit. De kwaliteit van de fietsen zelf zegt ook zo veel over de persoon die erop zit. Zit je nog in de studententijd, dan is het een barrel zonder spatbord en zonder licht, wsch van een junk gekocht. Eenmaal wat ouder/wijzer is het een prima net tweedehandsje, en dan wordt voor het eerst een nieuwe fiets aangeschaft! (en daarna komt dus die bakfiets, haha)
Ik heb vandaag een bakfiets gekocht zonder eerst te googelen op “bakfietsmoeder”.. Ach ja, zingen deed ik ook al met mijn zoon achterop. Nu zien mensen tenminste eerder dat ik niet in mijn eentje zit te zingen.
Als ik op mijn eigen (degelijke mama-)fiets rijd ben ik een relaxte fietser, hoop ik 😉