De jongen zet zuchtend zijn Ray-ban af. ‘Dit wordt dus helemaal niks meer. Als ik eerst dat nest eruit moet vissen, zijn we zo een uur verder.’
Het meisje zet nu ook haar oversized zonnebril af.
Ik ga er eens goed voor zitten.
‘Ach, wat een scháttig nestje’, zegt het meisje. Ze heeft blond gestreken haar met highlights. Ze ziet eruit alsof ze elke ochtend door Leco himself onder handen wordt genomen. De meerkoet, die zich de boot heeft toegeëigend, knerpt brutaal.
‘Maar schátje. Je gaat haar er toch niet uithalen? Dat is zielig!’ Ze pruilt erbij.
Wék! Beaamt Ma Meerkoet. Ter illustratie spreidt ze haar vleugels nog maar eens uit over haar tere kroost.
‘Kom schatje, we gaan gewoon een terrasje pikken.’ Als ze zich omdraait zie ik haar zwangere buik uit de skinny jeans ploepen.
Wék! Klinkt het dankbaar uit de boot.
Ach ja, nesteldrang. Aan en in de gracht.
Bovenstaande ‘column’ schreef ik afgelopen zondag tijdens de workshop van Aaf Brandt Corstius. Oorspronkelijk was het verhaal de helft langer. Maar tijdens het overtikken, bleef er steeds minder van over. De zinnen gingen ten onder aan het motto: kill your darlings. In dit geval: and your acquaintances too. Het was een leerzame workshop.
toch mis ik ze….die zinnen die er niet zijn 🙂