Nooit meer hagelslag

Ik word wakker omdat ik naar de wc moet. Snel trippel ik op mijn blote voeten door de keuken en laat me zuchtend zakken op de koude wc-bril. Als ik terugloop, blijf ik even stilstaan in de keuken.

De tafel is al gedekt voor de ochtend. Drie witte bordjes, kop en schotel ernaast, hagelslag, de botervloot en pindakaas. Door de gordijnen heen schijnt zachtjes oranje straatverlichting. De hele stad slaapt, behalve ik. En in mijn tienjarige brein ontstaat een steljevoor als niemand meer wakker wordt.

Ik zou overal naar binnen kunnen. Het museum. De winkels. De bioscoop. Zelfs het huis van de buurman. Nee, dat zou ik niet durven. Zelfs als hij slaapt, vind ik hem eng.

De kraan drupt een beetje en ik ga op mijn tenen staan om ‘m goed dicht te draaien. Als ik nu ga slapen, word ik misschien ook niet meer wakker. Die gedachte laat me abrupt op mijn voeten zakken.

Dan zou ik nooit meer hagelslag kunnen eten.

Ik kijk de keuken van mijn opa en oma rond. Morgenochtend ontbijten we samen en dan schenkt mijn oma slappe thee voor me in omdat ik dat zo lekker vind. Opa drinkt koffie en zit dan in zijn pyjama gapend de krant te lezen. Het is net alsof ik de tijd naar voren kan draaien, zo goed zie ik het voor me.

Nee, het is beter als iedereen weer wakker wordt en ik ook. Want steljevoor dat ik dus niet bij het ontbijt ben. Of op mijn verjaardag. Dat zou heel ongezellig zijn.

Snel schuifel ik naar mijn bed en duik onder de dekens. Buiten hoor ik iemand lachen en ik val gerustgesteld weer in slaap. De stad wordt toch weer wakker.

3 reacties op “Nooit meer hagelslag

  1. Herinneringen zijn ineens daar en op dat moment word je verrast. Mooi:-))
    Moepi

  2. Oh heerlijk! Bij mijn oma kreeg ik witbrood met heel dik roomboter en nog veel dikker hagelslag (zoals ie tegenwoordig niet meer wordt gemaakt) en dan zei mijn vader: ‘ja, zo kan je stront lekker maken’. Smaakte de boterham toch ineens een beetje minder lekker 😉

Reacties zijn gesloten.