Oh ja…

Morgen word ik veertig.

En hoewel ik geen enkel probleem heb met ouder worden, is het toch even wennen.
Veertig.

Het klinkt als een gewichtige leeftijd. Alsof je ondertussen toch wel een beetje door moet hebben waar het om draait. Alsof je wat vaker met één opgetrokken wenkbrauw kunt zeggen: ‘no shit, Sherlock’.

Veertig voelt als niet meer tegen de stroom inzwemmen, maar het water uitstappen en een ander riviertje proberen.

Veertig is stoer. Het is ook een robuust woord, van niet te veel en niet te weinig. In veertig schuilt de belofte van zelfvertrouwen. Van de handen in je zij en zeggen: ‘Had je wat?’

Toen ik twaalf was, dacht ik: ‘Als ik veertig ben, dan heb ik een groot huis met een tuin en een kind en een hond en een man.’ In die volgorde. Nu denk ik: ‘Waarom niet omgekeerd?’

Ik weet nu een paar dingen meer. Dat er soms dingen gebeuren die knap waardeloos zijn en dat je daar niks aan kunt doen. Maar dat daar wel waardevolle lessen in zitten verstopt. Wat ik trouwens nog steeds niet praktisch vind.

Dat de mensen die er niet meer zijn, ergens op je wachten. Veertig zorgt ervoor dat ik daarin durf te geloven. Omdat het anders zo eenzaam wordt.

Lachrimpels worden dieper. Net als mijn vermogen om te relativeren. Ik kan eindelijk loslaten en erop vertrouwen dat het wel goed met mij komt.

En ook al is het leven niet altijd eerlijk, vriendschap is dat wel. Veertig is zo gek nog niet.

No shit, Sherlock.

Reageren? Leuk! Je kunt me vinden op twitter of facebook.