Alles wat ik je over liefde vertellen kan, is dit.
Je struikelt, valt, staat op en gaat door. Soms op de tast, soms volg je een dwaallicht en soms staat het onverwacht voor je neus.
Er zijn altijd tweede kansen. En derde en vierde kansen, eigenlijk net zoveel als je er nodig hebt. De mythe dat er maar één grote liefde voorbij komt in je leven, is precies dat. Alles is continu in beweging en er zijn tienduizend variabelen nodig die ervoor zorgen dat je elkaar ontmoet. Jij creëert de variabelen.
Sommige mensen vinden hun partner als ze jong zijn. Ze smeden in hun lang en gelukkig een onverwoestbare band. Dat is te benijden, maar niet vanzelfsprekend.
Sommige mensen stoten hun neus. Een keer, twee keer, drie keer. Dat maakt je niet raar of minder gewild. Alleen kunnen zijn is een superkracht.
Sommige mensen vinden hun liefde in een vorm die minder voor de hand ligt. Zij leven de mooiste verhalen.
Sommige mensen verwarren liefde met gemak, of schikken zich (m)achteloos in hun lot met spijt als eeuwige metgezel.
Een hart mag gebutst, gebroken, bedonderd of verloren zijn. Het mag schelden, rouwen, schreeuwen en wantrouwen. Treuren, raaskallen, dronken zijn, wraak plannen.
Liefde is niet logisch of overzichtelijk. Het is oneerlijk, verwarrend, het kronkelt, meandert, waaiert uit en er zijn afgronden waarin je zo diep kunt vallen dat de weg naar boven onmogelijk lijkt.
Dat is het niet. Er is altijd iemand.
Maar niemand kan dat je leren.
Ik al helemaal niet.
Alles wat ik weet over liefde is dit.
Dat jouw hand de mijne vindt als het donker is.
Illustratie van Phillippa Rice. Check haar werk, het is geweldig.