In het Foam is momenteel ‘Pretty much everything’ te zien, van Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin. Een indrukwekkende collectie van ruim 300 foto’s. Veel dus.
Nu ben ik niet zo’n kunst- en cultuurfanaat. Ik doe wel eens alsof en met bluf kom je een heel eind, maar meestal val ik snel door de mand.
‘Dit is toch figuratief?’
‘Nee, da’s abstract.’
‘Oh.’
Waarna een lege blik van mijn kant volgt.
Ik vind iets mooi of niet. Een schilderij, foto of beeld doet iets met me. Boeit, ontroert, fascineert. Of niet. Je kunt met mij heel snel door een museum lopen.
Jaren geleden zag ik een verontrustende foto in een blad staan. Het was een peuter in een roze pakje, maar haar gezicht was dat van een vrouw. Het beeld bleef me dagenlang achtervolgen.
De kans om die foto in het groot te zien, wilde ik me niet laten ontglippen. Vandaar dat ik op een bloedhete avond, samen met nog enkele collega’s, door het fotografiemuseum schuifel.
De collectie van het beroemde fotografenduo Van Lamsweerde & Matadin is niet chronologisch en in smalle paden opgehangen. ‘Je moet het zien alsof je een inkijkje in hun hoofd krijgt’, zegt het meisje dat ons rondleidt.
‘Ze leggen eigenlijk nooit iets uit over het idee achter hun werk’, vertelt ze. Die opmerking verhoogt voor ons groepje het mysterie rond het tweetal alleen maar. Dat doet ook het feit dat ze in de 25 jaar dat ze samen zijn, niet langer dan 10 uur bij elkaar weg zijn geweest. ‘Als twee zwanen’, verzucht ik. Kunst maakt me altijd melancholisch.
We zien een zelfportret van Inez van Lamsweerde terwijl ze haar geliefde Vinoodh innig zoent. Alleen is hij helemaal verwijderd uit het beeld, waardoor er een gapend gat achterblijft. Ik begrijp deze foto. Het is de angst om iemand die je liefhebt te verliezen.
De foto die mij achtervolgde hangt vrijwel in het begin van de tentoonstelling. Ik sta er met mijn neus bovenop. Nu pas zie ik hoe kunstig de foto is bewerkt. En dat de peuter met haar knietje tegen een glaswand aandrukt.
Die bevroren blik in de ogen, de ronduit kokette houding van het meisje. Het is nog steeds verontrustend om naar deze foto te kijken. ‘Deze foto is onderdeel geweest van een campagne om het neerzetten van kinderen als volwassen tegen te gaan’, legt onze rondleidster uit. Ook dit beeld begrijp ik nu.
Als we doorlopen, kijk ik nog even achterom. De foto blijft hangen.
‘Zien jullie hier iets aan?’, vraagt het meisje. We kijken naar het gezicht van een vrouw waarvan de nek overduidelijk is bewerkt. ‘Haar nek is veel te lang’, zegt een collega braafjes. We knikken gezamenlijk. ‘De nek stelt een erectie voor’, helpt de rondleidster ons. Onze nekken schieten naar voren om de foto beter te bekijken. ‘Hè? Oh! Jee. Aha.’ Ik grinnik. Dat is een leuke voor twitter.
We lopen naar de eerste verdieping en krijgen de opdracht om een foto uit te kiezen die ons raakt. Ik kies Clint Eastwood. Zijn gezicht verdwijnt in een wolk witte rook.
Het heeft een verdrietige uitstraling. ‘Als eerste denk ik hierbij: vergankelijkheid’, zeg ik. Iedereen knikt, en even voel ik me een heuse kunstliefhebber. Maar ik vind het gewoon mooi.
En dat beschrijft pretty much everything.
Wat als degene die je het meest liefhebt in de wereld, er niet meer is?
De tentoonstelling is nog tot 15 september te zien in het Foam. Aanrader!
Leuk, ik ga er zeker heen!
Ik ga heel vaak naar een tentoonstelling in FOAM maar deze heb ik nog niet gezien. Ik wilde er sowieso graag heen, maar na jouw beschrijving helemaal. Wat heb je dat mooi omschreven 🙂
Vandaag net besloten om ook te gaan, dus leuk om jouw relaas te lezen! En hoewel ik kunstgeschiedenis heb gehad, ben ik ook zo’n iemand die snel langs kunst loopt. G√©√©n zin om over na te denken, gewoon het gevoel laten spreken.
Dat is een hele goede vraag.