Sater en de nimf

‘Ga op zoek naar kunst die je ofwel hoop geeft, of doet walgen’, was de opdracht van de docent. Daarom loop ik met een voor mij onbekende mede-cursiste door het Rijksmuseum op zoek naar hoopgevende of walgelijke schilderijen. Het houdt je van de straat, zullen we maar zeggen.

We kijken naar een schilderij van Gerard van Honthorst. Dat zie ik op het bordje staan, want zo’n kunstkenner ben ik nu ook weer niet. Het beruchte tafereel laat een sater en een nimf zien. Ook dat staat op het bordje. ‘De lachende sater, symbool van wellust, leunt voorover terwijl hij teder haar gezicht aanraakt. Zijn gebaar wordt door haar speels beantwoord.’

sater

‘Ik walg hier dus van’, zegt ze fronsend. Verbaasd kijk ik haar aan. ‘Waarom?’ Ik tuur nog eens goed naar het schilderij en zie vooral een blije vrouw en – letterlijk – een horny man. Ik vind het geheel nogal voorspelbaar, maar walgelijk? Nou neuh.

– ‘Kijk dan! Hoe zijn tong uit zijn mond hangt. En die puntige oren. Het is overduidelijk een nare man. Hij heeft niks goeds in de zin. Dat zie je toch?’
– ‘Ehm…’ Ik twijfel even of ik een flauw grapje moet maken, maar ze lijkt echt een beetje van de kaart.
– ‘Okay, maar zij lijkt het niet heel erg te vinden. Kijk, ze trekt hem zelfs aan zijn baard.’
– ‘Ja duh… die vrouw is betoverd. He-le-maal verliefd. Terwijl je als buitenstaander meteen ziet dat het gewoon een klootzak is.’

Ze valt even stil.

– ‘Je weet nu al hoe dit afloopt. In een heleboel tranen. En niet van hem hoor… maar van haar.’

Peinzend staren we naar het schilderij.

– ‘Heb jij een relatie?’, vraag ik haar.
– ‘Nee, het is net uit met mijn vriend.’
– ‘Ah.’

De workshop ‘Art is therapy’ lijkt me bij deze geslaagd.