Overal liggen zeepjes. In alle kleuren, hompjes, klompen, korrelig, glad, met bloemetjes, vezels, zand, blaadjes, schreeuwend, allemaal: joehoe, ruik mij! Koop mij!
Normaal gesproken is het winkeltje decor van kirrende schoolmeisjes en kooplustige huisvrouwen uit de provincie, maar op deze druilerige vrijdagmiddag is het er rustig. Mijn neus is op slag klaarwakker als tientallen geuren mijn reukorgaan enthousiast naar binnen marcheren.
Ik sta even stil en reset mijn zintuigen. Oké. Rustig jongens.
In mijn hoofd roept een strenge stem dat ik voor de algehele veiligheid van mijn bankrekening nú meteen, onmiddellijk én weldirect deze winkel dien te verlaten. ‘Red alert!’, wordt er voor de zekerheid nog paniekerig achteraan geroepen.
‘Kan ik je misschien helpen?’ Twee enorme bruine ogen kijken mij vriendelijk aan. ‘Ik eh… snuffel alleen even’, grijns ik schaapachtig. Ik probeer achteruit schuifelend de winkel te verlaten, maar het zeepmeisje is vasthoudend. ‘Ben je hier wel eens eerder geweest?’
Ik sta met mijn rug tegen de muur. Ik ben de enige klant in de winkel. Shit.
‘Nee’, beaam ik. Ze knikt alsof ze dat zelf ook al dacht. ‘Pak vooral alles wat je wilt en ruik gerust. Sommige mensen staan de hele tijd zo…’, ze blijft me aankijken als ze zich voorover buigt naar de tafel, ‘maar dat is dus helemaal niet nodig.’
‘Is goed’, zeg ik gedwee. Ik pak het eerste de beste stukje zeep en snuffel er demonstratief aan. Een boeket van munt, kruidnagel en nog iets ondefinieerbaars sprint mijn neus in en ik begin te niezen.
Haar lach twinkelt door de winkel. ‘Wacht, ik zal je mijn favoriet even laten ruiken.’ Ze loopt om de tafel heen en pakt een stuk zeep met de naam Cherry Tree Lane. Het witte klompje met rode kronkellijntjes er doorheen ruikt inderdaad heerlijk, geef ik schoorvoetend toe.
Ze ziet de opening in mijn ogen en stapt kordaat naar binnen. ‘Die geur past ook echt bij jou. Zo vrolijk en creatief!’ Mijn portemonnee jammert. This is going to hurt.
Als ik bijna bij de kassa ben (met vier stukken veel te dure zeep in mijn weerloze handen), wordt mijn aandacht naar de kast ernaast getrokken. Ze ziet het meteen. ‘Dat is onze shampoo, ruik maar even.’
Ik kreun zachtjes. De gele bal geurt zo ontzettend lekker dat ik mezelf in slowmotion zie rennen door een zomers veld met kamille, lavendel en margrietjes. ‘Ik heb mijn haar hier vanmorgen mee gewassen’, ze wiegt haar donkerbruine lange krullen zachtjes heen en weer, ‘en ik ruik het nog steeds.’
Ze is goed.
Ik sta bij de kassa, terwijl de zeepjes en shampoo in fleurig papier worden verpakt. Op de toonbank staan tien gezellige potjes lipbalsem uitgestald. Terwijl ik wacht, lees ik het opschrift.
De verzachtende cacaoboter en bijenwas maken je lippen net zo glad, als een gigolo die op een mahoniehouten vloer de Argentijnse tango danst op leren schoenen.
Ik haal snel mijn pas door de pin. Nu wordt niet alleen mijn reukorgaan, maar óók nog eens mijn taalfetisj gekieteld.
Als ik verdwaasd buiten sta, kijk ik nog even om. De vrouw die mij zojuist passeerde in de deuropening, is gevangen door de hypnotiserende blik van het zeepmeisje. Ze pakt een zeepje op en ruikt eraan.
Verkocht.
Aaahhh, I’m in soap heaven! Heeel fijn dat je het adres van deze verleidster er niet bij vermeldt.
Laat me raden, je was bij Lush? 😉 Uit zelfbescherming ga ik daar dus echt nooit meer naar binnen, mn bankrekening krijgt een paniekaanval als ie de winkel in de verte ruikt.
Wat een mooie en verfrissende soap. Geweldig geschreven. Ik zag het allemaal gebeuren.
Zelfs mijn huiskamer ruikt nu naar zeep.
Moepi
woehaaaaaaa red alert.
En hier nog een soapcommercial a la Mad Men:
http://adland.tv/commercials/dove-make-ads-just-mad-men-women-have-ideas-get-no-credit
Ik heb bij het binnentreden van lush altijd de neiging alles te willen eten..het ziet er zo lekker uit!