The Hunger Games

Vier jaar geleden besloot ik dat het genoeg was. Ik zou de knop gewoon weer omdraaien en ervoor gaan. En dit keer permanent! Geen excuses, doorzetten, klaar ermee. Ik had al eerder laten zien dat ik het kon en ik ging het verdorie gewoon nóg een keer doen. Je hebt nog geen idee waarover het gaat maar je hoort de tune van Rocky al schetteren.

Ik viel bijna dertig kilo af.

Nou, fantastisch, geweldig, ongelooflijk: de complimentjes waren niet van de lucht. En ik genoot ervan. Het absolute winnaarsgevoel dat over je heen spoelt als iemand die je een tijd niet hebt gezien zegt: ‘Wauw! Ik had je niet eens herkend. Wat ben je slank!’, is onbeschrijfelijk.

Het is heerlijk om in een ‘gewone’ kledingwinkel een broek te passen en dan triomfantelijk de paskamer uit te lopen. Om op een terras in elke stoel te passen, zonder eerst een bouwtechnisch onderzoek te doen of het ’t allemaal wel gaat passen. Om zonder schuldgevoel een ijsje te kunnen eten op straat. Om je niet bekeken te voelen.

Het is heerlijk.

En toch ben ik weer twintig kilo aangekomen.

De teleurstelling, frustratie, moedeloosheid en snoeiharde kritiek in mijn eigen hoofd, ga ik hier niet eens opschrijven. Je zou ervan schrikken.

Ik merkte een jaar geleden al dat de weegschaal langzaam maar zeker weer omhoog kroop. Pondje voor pondje nam mijn lichaam het heft weer in handen, alsof het wilde zeggen: ‘Okay, die gekkigheid is nu wel weer genoeg geweest. Hop, eten kreng.’ Ik ondernam paniekerige pogingen om het tij te keren.

Ik at geen koolhydraten meer.
Ik ging volledig ‘vega’.
En ik onderging de ultieme vernedering bij een zelfverklaarde ‘afval-goeroe’: ‘Als je nu weer aankomt, dan doe je niet wat ik zeg en is het allemaal je eigen schuld.’

Nu heb ik dit proces vaker meegemaakt. Ik denk dat ik in mijn volwassen leven zeker 150 kilo ben afgevallen en 200 kilo ben aangekomen. En daar word je van binnen geen leuker mens van. In mijn hoofd leeft een permanente Geen Stijl reporter die met onverholen genoegen de hele dag voorziet van snijdend commentaar.

Welnu.

De reden voor dit verhaal is deze TED-talk van Sandra Aamodt, een neurowetenschapper. Tijdens haar verhaal gebeurde er iets ongelooflijks. De Geen Stijl reporter hield zijn kop.

Het feit dat mijn lichaam zich met hand en tand verzet tegen gewichtsverlies en er alles aan doet om weer op haar ‘ijkpunt’ te komen, is geen openbaring. Dat is een evolutiedingetje. Maar dat door gewichtsverlies (ongeacht je startpunt) je metabolisme niet meer kan optrekken, is nieuw.

Kort gezegd: als ik afval naar bijvoorbeeld 70 kilo, moet ik permanent 200 tot 400 calorieën minder eten dan eenzelfde persoon van dat gewicht die nog nooit heeft gelijnd. En als het al zou lukken om mijn leven lang de lunch over te slaan, hoe negeer je dan het voortdurende hongersignaal dat je hersenen blijven afgeven? Met wilskracht? Come on. Dat lukt niemand.

Toevallig publiceerde The New York Times deze week een onderzoek naar aanleiding van ‘The Biggest Loser’. Dat is een tv-show in Amerika, waarin heel zware mensen binnen een jaar heel veel gewicht verliezen.

Alle kandidaten van ‘The Biggest Loser’ zijn in de loop der tijd weer aangekomen. Als je wilt weten hoe afschuwelijk het is om af te vallen onder het oog van miljoenen mensen en vervolgens weer uit te dijen, lees het artikel.

Uit dit onderzoek blijkt hetzelfde wat Sandra Aamodt in haar verhaal ook al aangaf: bij alle kandidaten was hun Resting Metabolic Rate (RMR) dramatisch gezakt. En hier kwam nog een nieuw feit aan het licht: ook al kwamen ze weer aan, hun RMR blééf laag. Zie daar het meest sneaky en frustrerende gevolg van gewichtsverlies. Je verbrandt hoe dan ook minder calorieën, terwijl je voortdurend honger hebt.

Waar is Katnis Everdeen wanneer je haar nodig hebt.

Maar ik tel ook twee geruststellende gedachten: als je dikker bent, wil dat nog niet zeggen dat je ongezonder bent. Door gezond te eten, genoeg te bewegen, niet te roken en met mate alcohol te drinken, verlaag je alle risico’s tot hetzelfde percentage als iemand zonder overgewicht. Check.

En mijn ge-jojo heeft verder niets te maken met gebrek aan wilskracht of discipline. It’s biology babe.

Mark Twain zei ooit: ‘The worst loneliness is to not be comfortable with yourself’. Dát blijft de grootste uitdaging. Zet de muziek maar weer aan.