Waarom Google Maps de doodsteek is voor veertigers

Een jong, überhip festivalpubliek paradeert voorbij het terras. De meisjes zijn zonder uitzondering slank, nee rank, hebben lange golvende lokken (hoe doen ze dat toch?), hun bruine benen gestoken in een Daisy Duke spijkerbroekje. Hertjes, zoals de personeelsman van het Rijksmuseum ze noemt.

De jongens zijn ook al zo lang, slank en keurig, hebben opgeschoren haar met een langere lok bovenop, óf zien er bedoeld morsig uit en hebben een baard. Zowel het festivalmeisje als de jongen draagt een Ray-Ban pilotenbril (of een vintage versie) en beschikt over een uitstekend paar longen zodat je ze overal goed kunt verstaan.

Twintigers. Het zijn niet de meest individuele mensen op aarde.

Ik bewonder hun zelfvertrouwen, rechte tanden, arrogantie en energie. Ze beginnen zonder zorgen hun eigen bedrijf, netwerken als de beste, verdienen geld met bloggen, kopen hun eerste huis, werken zich gestaag omhoog of nemen een ‘break’ om even wat van de wereld te zien. Waarover ze dan fabuleus bloggen en zo alsnog bakken met geld verdienen.

Ze schrijven over marketing, social media en technologie voor online magazines zoals Frankwatching, Marketingfacts of Wired. Of ze bedenken Facebook, WordPress of Tumblr en worden daarmee miljonair.

Mijmerend op het terras besluit ik dat mijn afgunst niet gepast is en bovendien onnodig. Mijn generatie heeft immers ook wel wat in zijn mars. We doen het alleen met wat minder flair.

Dan lees ik de volgende paragraaf in het boek op mijn schoot:

Als je eenentwintig bent, is het leven een landkaart. Pas rond je vijfentwintigste begin je te vermoeden dat je de kaart ondersteboven hebt gehouden, en je moet veertig worden om dat heel zeker te weten. Tegen de tijd dat je zestig bent, ben je volledig de weg kwijt, geloof me.

Ha!

Zie je wel. Uiteindelijk weet niemand precies waar hij mee bezig is. Gerustgesteld bestel ik nog een bak koffie.

Voor het terras stoppen twee meisjes. ‘Nee, we moeten hier oversteken. Kijk maar.’ Ze houdt haar iPhone omhoog. Het andere meisje kijkt even op het schermpje en zegt: ‘Vet. Je hebt gelijk.’

Het is zo oneerlijk.

http://www.youtube.com/watch?v=MyI5JqEBVfI