Wijze stad

In de stad val ik niet op.

Hoe ik me ook kleed, hoe mijn haar ook zit, hoe raar ik loop, hoe hard mijn lach is, hoe groot mijn lijf is, hoe anders ik ook mag zijn… er is hier altijd wel iemand vreemder, gekker, aparter of exotischer.

Een mollige man in een zilveren jumpsuit op een fiets vol roze bloemen stond vanmorgen voor me bij het stoplicht. Hij zong uit volle borst het Wilhelmus. Niemand keek op of om.

Dat geeft een veilig gevoel van anonimiteit en vrijheid. Ik hoef hier niet bang te zijn om raar aangekeken te worden, of nagestaard. Ik word in de stad niet uitgelachen, beschimpt of gepest, want ik word beschermd door een zee van paradijsvogels.

Ik kan mij hier de absolute fashionista voelen die ik in mijn hoofd zeker ben, maar waar de meningen misschien over verdeeld zijn. En als ik eens een dag geen zin heb in een sense of fashion, dan is het ook niet erg. De straten zijn mijn catwalk en ik denk het juichende publiek er wel bij.

De stad is groot genoeg voor iedereen.

Gisteren was ik even in mijn geboortedorp. Terwijl ik over de markt loop, voel ik de ogen prikken van een groepje meisjespubers, in al hun eenheidsworst samengeklit op een bankje. Giechelend stoten ze elkaar aan.

Een grijs echtpaar kijkt fronsend naar mijn outfit. Een oude bekende giert vanaf de overkant van de straat: zoooooohooooo, nou nou nou, jij bent ook nog steeds Hollands glorie hè?

In dit dorp mag je best een beetje uit de pas lopen, maar niet teveel. Je mag best een beetje gek zijn, maar hé…. als het effe kan: niet teveel.

Als je die onzichtbare grens van teveel toch overschrijdt, moet je leren om de opmerkingen achter je rug te negeren. Je moet jezelf beschermen tegen het venijn van de middelmaat.

Ik kan dat ondertussen. Het heeft me duizend jaar gekost, maar ik kan de blikken, het gemompel, zelfs de onuitgesproken gedachten elimineren. Het ligt niet aan mij, het ligt aan de beperking van de ander. Schouders ophalen, tong uitsteken en door. Met een rechte rug ben ik nog groter.

De stad ligt steeds verder achter me, maar ik neem haar wijze vrijheid met me mee.